Donderdagochtend werd ik om vijf uur wakker gemaakt met
slecht nieuws; er was mist op King George Island (KGI) en de vliegtuigen (twee)
konden niet vertrekken. Geen goed nieuws, zeker niet voor de passagiers. ’S ochtends
was er weinig verbetering in de weerssituatie en het zag er slecht uit voor de rest
van de dag. Maar het weer in Antarctica is onvoorspelbaar; opeens kregen we
bericht om ons zo snel mogelijk op het
vliegveld te melden. Om vijf uur vertrok ik uiteindelijk met de eerste vlucht.
De vlucht naar KGI duurt slechts twee uur en wordt
uitgevoerd met een Bae146, een viermotorige Britse hoogdekker die op de kortste
en slechtste landingsbanen kan landen. En dat is nodig want de landingstrip op
KGI is van gravel. Het werd mijn eerste landing op een onverharde
landingsbaan.
Het vliegveld, genaamd
naar de Chileense basis Frey, heeft verder geen faciliteiten. Het eiland heeft
ook geen haven of pier; we liepen in 25 minuten naar het strand waar we met
zodiacs aan boord werden gebracht. Dat was groep 1. Groep 2 kwam uiteindelijk
pas om half een ’s nachts aan. Dat betekende dat we ‘s nachts de groep moesten
ophalen van de airstrip en via zodiacs aan boord moesten krijgen. Er was
mankracht nodig dus het expeditieteam deed een beroep op mij. Dan kan je dus
zeggen als directeur; “ik ben moe, ik was vroeg op, sorry jongens”. Maar het
team was ook vanaf vijf uur op, dus deed
ik met volle overtuiging mee. Een geweldige top-teampresentratie; strak als een
militaire operatie werden de vermoeide klanten van de airstrip naar hun warme
bedje aan boord gedirigeerd. En toen ik om twee uur ’s nachts met de laatste
zodiac onder begeleiding van de schipzoeklichten terugvoer naar het schip, was
ik vermoeid maar heel gelukkig. Wat een super-job is dit! En achteraf bleken we
een nieuw historisch mijlpunt in de geschiedenis van Antarctica te hebben
gezet; dit was de eerste nachtlandingsoperatie met een passagiersvliegtuig in
Antarctica. Ooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten