Met de huidige bonus- en
“graaiers”-discussie in Nederland, word ik wel eens gevraagd wat mijn mening
hierover is. Zeker nadat ik een paar weken geleden een presentatie bijwoonde
van een executive search consultant, die voor “7-figure” salarissen gaat. http://lagerweijtjestoronto.blogspot.ca/2015/04/new-york-met-sterren.html Hieronder
mijn eigen ongezouten mening.
Er is uiteraard niet zomaar één
antwoord op te geven. De discussie is op dit moment, na de bankencrisis, emotioneel geladen en wordt niet altijd met
argumenten gevoerd. Het lijkt erop of het woord “bonus” voorlopig een besmet
woord is. En indien het gaat om top-managers die elkaar leuke extraatjes
toeschuiven terwijl het bedrijf op z’n gat ligt, dan begrijp ik dat volkomen.
Echter, met variabele beloning
of prestatie-beloning is naar mijn mening niets mis. Om een gedeelte van een
salaris afhankelijk te maken van het behalen van vooraf duidelijk gedefinieerde
doelstellingen, dat kan vanuit bedrijfskundig perspectief alleen maar toegejuichd
worden. Ik ben een groot voorstander van variabele beloning bij mijn teams.
Waar is het dan mis gegaan? Ook
daar is geen makkelijk antwoord op te geven, maar laat ik een voorzetje geven.
Variabele beloning is niet elkaar leuke extraatjes toeschuiven: Er moeten
duidelijke doelstellingen gesteld en behaald zijn. Variabele beloning kan niet
alleen gericht worden op korte termijn winstgevendheid, wat dat kan de lange
termijn winstgevendheid in gevaar brengen. Bijvoorbeeld doordat managers oftewel
teveel risico nemen (leerpunt uit de bankencrisis), of teveel bezuinigen op werknemers
en/of klanten. Het is niet te begrijpen dat bonussen zijn uitgekeerd terwijl
een bedrijf in de problemen is gekomen (en in het geval van banken afhankelijk
van staatssteun zijn geworden). Dus er is bij de uitvoering de laatste jaren
nog wel wat mis gegaan. Maar in principe is er niks mis mee met variabele
beloning, zelfs niet als deze hoog uitvallen in het geval van succes.
De “kunst” van Bedrijfskunde
is om de winst van het bedrijf op korte termijn en op lange termijn te
verhogen, door uitstekende service en/of producten aan te bieden en
klanttevredenheid te verhogen door met tevreden werknemers te werken. Ook
moeten de verkopen (‘top-line’) gezond
zijn, moet er geinnoveerd worden voor de toekomst, moet de negatieve invloed
van het bedrijf op z’n omgeving worden geminimaliseerd en de positieve invloed
gemaximaliseerd (‘sustainability’).
Om al deze, soms tegenstrijdige, doelstellingen goed te verenigen en te behalen,
dat is inderdaad een kunst. Deze vaardigheid is uitzonderlijk en mag daarom ook
uitstekend beloond worden, zowel vast als variabel.
Zijn de bonussen van de
topmannen van bedrijven als de KLM, Schiphol, KPN en de banken terecht? Als ze
hun duidelijk gestelde doelstellingen behaald hebben, vind ik dat wel. Het kan
zuur zijn als dit gebeurt indien medewerkers hun baan hebben verloren; dan kan
de topman wellicht op morele gronden afzien van (een deel van) een bonus, maar
vanuit bedrijfskundig oogpunt is er niets mis mee.
Een argument dat je vaak hoort
om hoge beloningen in Nederland te rechtvaardigden, is dat als er in het
buitenland veel beter betaald wordt, wij ons “talent zouden verliezen”. Onzin.
Waarom? Ten eerste omdat veel managers in Nederland niet eens in aanmerking
komen voor topbanen in het buitenland. Ten tweede omdat managers in Nederland
niet altijd in aanmerking willen
komen voor buitenlandse topbanen. De recruiter in New York sprak over bedrijven
waar er alleen “casual Sunday” heerst
(“je mag alleen op zondag in je spijkerbroek op het werk komen”) en waar je je enkele
week vakantie alleen geacht wordt op te nemen als je ziek mocht worden. Tja,
die “7-figure” salarissen krijg je niet
voor niets en die laten zich ook niet combineren met de ruimere Nederlandse
secundaire arbeidsvoorwaarden. Ten derde kan je de salarissen in Nederland niet
zonder meer vergelijken met bijvoorbeeld die in New York, waar de levenskosten een
stuk hoger zijn. Dus hogere topsalarissen en bonussen eisen in Nederland omdat
men dat in het buitenland ook geeft, is volgens mij onzin. En mochten we toch ons
“talent verliezen”, leer dan van onze voetbalclubs. Die moeten er ook voor
zorgen dat er nieuw talent klaarstaat wanneer een topper door een Engelse of
Italiaanse club wordt weggekocht.
En dan de overheid, wat is
mijn mening over het matigen van salarissen op het niveau van een minister? Dat
ministersalaris kan je zien als een subjectief getal. Misschien betalen we onze
ministers veel te weinig en zijn die rollen mede daardoor minder interessant
voor ‘ons talent’ dan ze zouden kunnen zijn. Dat zou een verklaring kunnen zijn
voor de kwaliteit; hoeveel ministers zijn de laatste jaren uiteindelijk
beoordeeld met een acht of hoger?
Als middelmatige
overheidsmanagers hogere salarissen eisen, met het argument “dat betaalt de
markt”, dan kan ik me daar niet in vinden. De overheid heeft nog steeds uitstekende
secundaire arbeidsvoowaarden die niet te vergelijken zijn met het
bedrijfsleven; geef je die dan ook op in de zoektocht naar gelijke behandeling
cq. voorwaarden? Aan de andere kant; als je een geweldige manager in de
overheid hebt, die verspilling van gemeenschapsgeld tegengaat, daarmee
miljoenen bespaart, burgers tevreden houdt met de dienstverlening en ook zijn
ambtenarenteam positief ontwikkelt, mag deze dan goed verdienen? Loon naar
werken dus, geen inspanningsverplichting maar resultaten? Naar mijn mening,
absoluut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten