Het weer blijft
boeien in Toronto, omdat het voor ons inmiddels de zwaarste winter is van de
afgelopen vier jaar. Na het relatief milde weekend vorige week (temperaturen
nog steeds flink onder nul) ging het maandag weer omlaag naar zo’n 20 graden
onder nul (gevoelstemperatuur -30c). Auw. En dat bleef het tot zaterdag.
Grappig dat het elk weekend wat milder is dan door de week.
Kort geleden had
ik het erover dat Toronto een vieze stad is als het dooit. Eigenlijk is het nu
ook bij de lage temperaturen niet fraai; naast de wegen liggen grote hopen van
gemengd ijs, sneeuw, zand en modder. De wegen zijn wit gebleekt van al het zout
(maar blijven wel goed berijdbaar). En de auto’s zelf zijn nog wel het
smerigst. Een busritje is ook niet aan te raden, want de ramen van de meeste
bussen zijn zo vies dat je er niet doorheen kan kijken.
Het koude weer
heeft nog een persoonlijk nadeel; ik kan niet rennen. Ik houd een ondergrens van
ongeveer -10c gevoelstemperatuur aan. Ik wil nog wel een paar graadjes
smokkelen, maar -20c/-30c is uit den boze. Dat heeft echter weer een voordeel;
in plaats van naar het werk lopen en terug rennen, breng ik dan de kinderen wat
vaker naar school, omdat het toch voor mij een kleine moeite is. Ik vind het
leuk om te zien hoe de kinderen zelfbewust hun klasjes in lopen en plaats
nemen. Met trotste vadergevoelens rijd ik vervolgens door naar mijn kantoor.
Donderdag had ik
echter de kans om te rennen; ik moest een dagje naar Miami. Miami is de
cruise-hoofdstad van de wereld, met de nodige leveranciers en scheepseigenaren.
En het is er bijna altijd zonnig; de lokale bewoners klaagden over de ‘kou’ van
+16C, maar voor mij was dit een perfect rentemperatuurtje. Ik nam een route
over de bruggen van Downtown naar Miami Beach met prachtig uitzicht over de
baai. Echter één minpuntje; een paar honderd meter voor mijn hotel, bijna
terug, struikelde ik over een paar kapotte stoeptegels, met een open knie en
een kapotte Iphone (glas gebroken) tot gevolg. Alsnog auw dus.