Dinsdag hadden we
weer een dagtrip. In trucks reden we een eind van het kamp weg. Daarna maakten
we een lange wandeling door de “badlands”;
een kaal bizar gevormd landschap, met af en toe oude walvisbotten die uit de
grond steken. We hadden een picniclunch bij een rivier, voordat we in rafting-bootjes
stapten om via de rivier terug naar de lodge te raften. Geen grote
stroomversnellingen en watervallen, wel in een rustig tempo door diepe canyons varen,
in een kristalheldere rivier. Een hele afwisselende dag in het hoge noorden!
Woensdag gingen
we met een kleine groep vissen op Arctic
Char. Met ATV’s reden we over een
bergrug met prachtige uitzichten. We kwamen wederom Musk-oxen tegen en ook
prachtige sneeuwuilen. Het terrein werd ruiger en ruiger; we gingen door
rivierbeddingen en over rotsen. Uiteindelijk kwamen we bij het meer aan, dat
nog steeds voor 95% bedekt was met ijs. Er is maar 1 type vis hier; Arctic Char. Zonder veel te weten over
deze vissoort zou ik zeggen dat het lijkt op een kruising tussen zalm en forel.
Ik ving twee van deze prachtige vissen en werd daarmee de viskampioen van de
dag, Dat liet ik luidkeels merken tegenover de visexperts in onze groep die
niets vingen. Maar hun wraak was zoet; op de terugweg reed ik geen ATV maar de “Gator”, een opgevoerd verhoogd golfkarretje met
vierwielaandrijving. Maar wel langzamer en vooral zwaarder dan de ATV’s. Ik reed achter de ATV’s aan die het op een gegeven moment net
redden over een veld met drijfzand. Dat
lukte mij – vol gas – helaas niet. Ik kwam vast te zitten en zonk langzaam weg
in de blubber. Het duurde uiteindelijk ruim twee uur, vechtend tegen de modder met behulp van een
van de trucks, om het karretje weer los te krijgen. Oeps. Aangezien vele delen
van het eiland Somerset nog niet benoemd
zijn, kreeg de kloof al snel de naam “Hans’s
hole”, oftewel het gat van Hans. Ik heb de verhalen over Hans’s hole nog lang moeten horen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten