Dinsdag namen we afscheid van het Parador hotel; het regende, dus het was
geen moeilijk afscheid. We hebben over het algemeen geluk gehad met de regen in
Costa Rica. Er valt regelmatig een buitje, maar gelukkig heeft het onze
activiteiten nooit veel beinvloedt. Of het moet de laatste canopying tour van
Kevin en Isabelle zijn; zij kwamen op het laatste traject een flinke bui tegen
en kwamen kleddernat terug in het hotel.
We hebben ons nooit onveilig gevoeld. Zo wie zo zijn de Costa-Ricanen niet opdringerig. We werden altijd overal prima geholpen; het service niveau vonden wij over het algemeen goed.
Van Manuel Antonio is het maar 2.5 uur rijden naar het vliegveld. Onderweg
stopten we nog om een Pipa (kokosnoot) te nuttigen. Mooi stukje fruit hoor;
eerst heb je het kokoswater om te drinken en dan het vruchtvlees om te eten.
Costa Rica is een bijzonder mooi land. Ook het meest groene land dat we
ooit hebben bezocht. We hebben ervaren dat de ene soort jungle de andere niet is,
dat er grote verschillen bestaan in termen van begroeing en dierleven. Het is
een fantastisch natuurland – en dat op maar 5 uur vliegen van Canada. Vanuit
Nederland doe je er met een verplichte stop (Houston of Madrid) al gauw 16 uur
of meer over. Ook hebben we geen last van jetlag; het tijdsverschil met Toronto
van 2 uur is te verwaarlozen.
Het was een goede bestemming met een afwisseling van activiteiten, natuur
en relaxen; erg belangrijk nog voor onze jonge kids. Zij kunnen nog maximaal
één wandeling van 1,5 uur aan per dag. Gelukkig hadden alle hotels een zwembad;
bovendien vonden onze kids de warmwaterbronnen een heerlijke plek om te spelen
en relaxen. De activiteiten als canopying en paardrijden waren voor hen
duidelijk de hoogtepunten.
Het was ook een bijzonder comfortabele reis. In Arenal, Monteverde en
Manuel Antonio hadden we uitstekende hotels; in Tortuguero en Rincon de Vieja
hadden we comfortabele bijzondere “beleving”-lodges.
Het is een prima land om als je het wil zelf te ontdekken. De wegen zijn
lang niet zo slecht als soms beschreven wordt. Met uitzondering van de
toegangswegen naar en van Monteverde durf ik zelfs te beweren dat het eigenlijk
net zo goed is als Noord-Amerika. Er is goede bewegwijzering; maar wil je echt
relaxed rijden, huur dan net zoals wij deden een navigatiesysteem. Alle hotels
staan er ook in, dus dat is lekker makkelijk. Er zijn voldoende tankstations en
redelijk goede supermarkten onder weg.
We hebben ons nooit onveilig gevoeld. Zo wie zo zijn de Costa-Ricanen niet opdringerig. We werden altijd overal prima geholpen; het service niveau vonden wij over het algemeen goed.
Het gevaar van dieren wordt ook overdreven. Het was interessant om te leren
dat er maar één echt giftige spin is in Costa Rica, en dat is de zwarte weduwe,
die wij ook in Noord-Amerika hebben. Giftige kikkertjes springen snel van je
weg; bovendien is er ook niets aan de hand als je na een aanraking je handen
meteen wast. We hoorden dat sommige mensen zelfs de grote Cane Toad (een grote giftige pad) likken(!) om een hallucinerende
trip te kunnen maken – het wordt als een drug gebruikt. Er zijn inderdaad een
paar bijzonder giftige slangen in Costa Rica, maar we hebben ze helaas (of
gelukkig) niet gezien. Altijd op het pad blijven en goed uitkijken is het
devies.
Muggen en insecten zijn er in grote aantallen, maar onze Canadese
anti-muggenspray was bijzonder effectief. We hebben er wel twee flessen doorgespoten...
Een laatste voordeel van dit land is dat de afstanden relatief klein zijn;
we reden op reisdagen zo’n 2.5 tot 3 uur. We brachten verder rust in ons
programma door op elke bestemming twee nachten te verblijven.
En zo was dit weer een onvergetelijke vakantie voor iedereen!