Maandag werd ik om half zes gewekt toen er opeens twee
apen met een luide klap op de dag van ons huisje sprongen; de rest van het
gezin sliep er doorheen. We hadden twee heerlijke dagen gehad in Tortuguero;
een avontuurlijke natuurbestemming, met veel charme (o.a. de jungle geluiden),
comfort (zwembadje) en heel veel beestjes kijken. Maandagochtend moesten weer
verder; om negen uur voeren we weer terug naar de “bewoonde wereld”; onderweg
zagen we slingeraapjes.
Terug bij het bekende restaurantje met de grote oude
boom, zagen we weer een luiaard, dit keer actief; lekker blaadjes etend in een
boom. Na de lunch kregen we onze huurauto (Toyota RAV4) en gingen we zelf op weg
naar Arenal, een grote vulkaan in het binnenland. Het was een ritje van twee en
een half uur; Costa Rica is eigenlijk helemaal niet zo groot, zeker als je
Canada en de VS gewend bent.
De wegen waren verrassend goed, alhoewel niet breed. Geen
idee of dit officieel nog geclassificeerd wordt als ontwikkelingsland, want de
faciliteiten zijn prima. We stopten onderweg bij een supermarktje, met een
uitstekend assortiment, netjes, overzichtelijk en met een schoon toilet. En ook
is het land gelukkig over het algemeen vrij schoon; er wordt zelfs volop aan
afvalscheiding en recyling gedaan.
Half vijf kwamen we in ons hotel aan; het Arenal Springs hotel. Een prima resort met kleine bungalowtjes. Een
uurtje later stonden we hier bij het een klein prive natuurparkje (Arenal Natura), voor een begeleide
avondwandeltocht in het donker. Zoals eerder geschreven zijn onze kinderen gek
op begeleide natuurwandelingen en dit keer was het extra spannend, want het was
in het donker met zaklantaarns.
Als eerste zagen we weer een groot nest leaf
cutter ants. Geloof het of niet, maar Kevin is gefascineerd door deze
kleine beestjes. Toen de ranger vroeg of we al iets over de diertjes wisten,
ging Kevin los met informatie die hij twee dagen geleden had geleerd; ze
vervoeren de blaadjes naar hun nest, niet om ze te eten maar om de schimmel op
te eten die na een tijdje onstaat. Een nest lelt letterlijk miljoenen beestjes,
en bestaat naast de koningin uit werkers, opruimers en soldaten. De ranger was
onder de indruk, maar wist weer nieuwe feitjes toe te voegen; de blinde werkers
leven minder dan een maand, en werken zich letterlijk dood; ze gaan dag en
nacht door. De soldaten vallen ook soldaten van een ander nest aan; ze proberen
elkaars kop af te knijpen, en wanneer dit lukt paradeert de overwinnaar met het
hoofd van zijn tegenstander trots rond.
We bezochten hun terraria in het donker, met kikkers en slangen. Kevin ging
helemaal uit z’n dak toen hij de giftige viper slanger zag “Pit Vipers are my favourite snakes, I love
them”. Hij wist tot onze verbazing exact te vertellen, welke soort viper
het was. En dat ze zelfs kolibries uit de lucht kunnen pakken. Volgens de ranger
had hij het helemaal juist. De kinderen mochten ook nog een rode boomoogkikker
vasthouden; een niet giftige kikker. We leerden ook dat de giftige
pijlkikkertjes je niet meteen ziek maken, indien je ze aanraakt en daarna gewoon
je handen wast. Pas als je het gif via je mond of ogen binnenkrijgt, wordt het
link.
De spannende avond werd afgesloten met een wandeling door de donkere
natuur. We zagen verschillende insecten, kikkers, padden en ik zag een
gordeldier voorbij schuiven. En zoals Kevin goed afsloot “I am a real adventurer, I love this”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten