Woensdag werd Kevin pas
om kwart over acht wakker; Aimee zelfs tegen negen uur. Het gebeurt vaker deze
reis dat de kinderen pas tegen acht uur goed wakker zijn, ondanks dat ze meestal
op een gewone tijd (even over achten) in bed liggen. De indrukken, activiteiten
en buitenlucht zullen wel extra vermoeiend zijn.
De kinderen gingen meteen
rondom de camper in het bos spelen, terwijl Isabelle en ik rustig konden
opstarten. Voordat we Goldstream
verlieten, besloten we nog een keer naar de waterval te gaan om te plonzen in
het koude water. De duikbril ging ook een keer mee en we ontdekten een grote
school forelletjes in het kleine poeltje in het bergbeekje.
Toen we wegreden
ontdekten we wederom overal volle bramenstruiken. We plukten in korte tijd een
paar grote bakken vol. Omdat we het toch niet helemaal vertrouwden (de struiken
staan hier werkelijk overal, en je ziet nooit iemand deze heerlijke vruchten
plukken), hebben we toch maar even via Google
wat informatie gecheckt. Maar geen zorgen; inderdaad staan Vancouver Island en
de Fraser valei op het vaste land vol met een inheemse bramenstruik; de “Trailing Wild Blackberry” of voor de
echte kenners de Rubus Ursinus. De
besjes zijn prima te eten, zijn zelfs erg gezond vangwege de vitaminen C en K, foliumzuur,
magnesium, vezels en Omega 3 olie. Het was het favoriete eten van de
plaatselijke first nations
(indianen). Maar blijkbaar laat de blanke Canadese bevolking de struiken links
liggen. Ze groeien dan ook als onkruid; ze doen het goed op verwaarloosde open
tereinen en langs wegen. En niet onbelangrijk; wij vinden ze met z’n vieren
zonder uitzondering héééérlijk. Er zullen de komende dagen nog wel bakken bramen
doorheen gaan.
Wij reden vandaag 160km
op de Trans-Canadian Highway van Goldstream naar Parksville in het noorden.
Vanuit hier zullen we morgen naar het westen gaan, naar Pacific Rim National
Park, het uiterste en meest westelijke puntje van onze reis.
De weg vandaag ging over
de Malahat ridge, vanwaar we mooie
uitzichten hadden op alle fraaie baaitjes en eilanden. In Duncan, de stad van de totempalen, hebben we een broodje gegeten.
De stad zelf viel tegen; ja, er staan overal totempalen, maar er staan op dit
hele eiland veel totempalen, vaak op mooiere locaties. We reden door het stadje
Chemainus, opgesiert met mooie muurschilderingen. En zo kwamen we tegen vieren
aan op onze camping Riverbend, aan de Englishman
river, wederom een mooi bergbeekje, bij Parksville.
http://www.riverbendresort.bc.ca Een prima camping met veel faciliteiten, waaronder een
leuke speeltuin. Daarin hebben de kinderen uren gespreeld, met name op een afgedankt
golfkarretje dat is vastgezet als speeltoestel. Ze zullen wel het gevoel hebben
dat zij nu eindelijk eens mogen ’auto rijden’ deze vakantie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten