Tijdens een korte
tussenstop werd er melk ingeslagen en bramen (van de struiken tegenover het
winkeltje). Ja dit is echt bramenland!
Onze lunchstop
maakten we in MacMillan Provincial Park
op weg naar Pacific Rim. MacMillan staat in het teken van hele
hoge bomen van 800 jaar oud. De grootste boom is 76 meter hoog met een omtrek
van 9 meter. Een echte reus!
De weg naar Pacific Rim National Park was
schitterend; wederom is dit postkaart Canada; hoge bergen, uitgebreide bossen,
kristalheldere bergbeekjes en idylische meertjes. Om half vijf reden we ons
laatste national park van deze reis binnen; Pacific
Rim ligt aan de westkust. Dit park beschermt het unieke regenwoud aan deze
kant van het eiland. Gelukkig voor ons regende het niet, maar hadden we een
zonnige dag. Onze campingplaats was weer schitterend; midden in de “jungle” van
het regenwoud. Het bos is hier heel “dicht” en “ruig”; het is een wildernis van
omgevallen bomen, boomstronken, struiken en planten.
We besloten om
voor het eten nog even het strand te bezoeken. De pracht maakte indruk op ons
allen. Het is een strand uit de boekjes van de “onbewoonde” eilanden. Het
strand is heel breed, en de achtergrond is één groene jungle. Tussen
het eind evan het strand en het begin van de jungle ligt er een grote hoop
aangespoelde bomen kris-kras op elkaar.
Helaas zullen we
hier niet echt in de zee zelf zwemmen, want het schijnt hier heel gevaarlijk te
zijn met sterke stromingen. Maar met eb zijn er ook hier behoorlijke poeltjes
om te spetteren. Bovendien zijn er rotsen met poeltjes. Hierin troffen we behalve
zeeanomonen in alle kleuren ook enorm grote zeesterren aan. Echt, ik heb nog
nooit zulke joekels van zeesterren gezien.
Veel dus te ontdekken, voor klein en groot!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten